“De waarheid van de religie komt in de kleren van de cultuur”, zo omschreef Esther Mombo, hoogleraar theologie in Kenia, de zoektocht naar de ondersteunende kracht van religies voor vrouwen. Musdah Mulia haar islamitische collega uit Indonesië was het van harte met haar eens: de Koran is het woord van God ja, maar de vertaling ervan gaat in menselijke woorden en is dus door de mannencultuur bepaald.
dragende kracht
Van 12 tot 15 september 2013 waren professor Musdah Mulia en professor Esther Mombo uitgenodigd om afgevaardigden van de vrouwenvredesgroepen, die zich in het Platform Vrouwen & Duurzame Vrede hebben verzameld, te trainen in het vinden van de dragende kracht van religies.
Een Burundese vrouw vertelde bij de introductie dat haar man vindt dat vrouwen geen leiders kunnen zijn; in de bijbel staan toch ook geen vrouwelijke leiders. Ze gaat uiteraard tegen hem in, zegt ze, maar innerlijk geeft ze hem gelijk. Waarom is het zo met de bijbel?
In twee afzonderlijke groepen onderzochten zo’n veertig christelijke en islamitische vrouwen hun heilige teksten samen met de inleidsters en twee Nederlandse theologische trainers: Lieve Troch en Adulwahid van Bommel. Tussen de workshops door ontmoetten de groepen elkaar en ontdekten zij dat moslimvrouwen en christelijke vrouwen hetzelfde pad gaan. We kunnen bepaalde statements en omissies in onze heilige teksten alleen begrijpen als we de cultuur van die tijd begrijpen en de context waarin de tekst geschreven is. Dat betekent niet alleen dat we patriarchale interpretaties van later eeuwen van de tekst moeten afschrapen, dat we alles wat we al “weten” over de tekst moeten bevragen, maar ook dat de teksten zélf in hun patriarchale context begrepen dienen te worden. De vrouwenstemmen zijn gemarginaliseerd, vrouwennamen vergeten maar waar zij er zijn, gaat het om krachtige vrouwen die een leidende rol vervullen. Haar verhaal kunnen we opdiepen.
universeel
Musdah Mulia maakt onderscheid tussen universele verzen en specifieke verzen in de Koran. De universele verzen verwijzen naar de basale waarden van de islam: rechtvaardigheid, gelijkheid, solidariteit, compassie, vrijheid en vrede. De specifieke verzen met de geboden en aanwijzingen moeten in de context van deze universele worden gelezen en geïnterpreteerd – de concrete uitwerking in de dagelijkse praktijk mag nooit in tegenspraak zijn met de universele waarden. Dat kunnen geen goddelijke geboden zijn.
Ook Esther Mombo erkent een hiërarchie in de teksten van de bijbel. Sommige teksten geven de basis-intuïtie van het Christendom weer, andere niet, die zijn doordrenkt van de heersende cultuur. Het scheppingsverhaal is voor haar het uitgangspunt. In de schepping zijn man en vrouw naar Gods beeld en gelijkenis geschapen, en daarmee gelijk aan elkaar. Gelijkheid is de basis van de Schrift, en de interpretaties van de andere verhalen mogen daarmee niet in tegenspraak zijn. Het scheppingsverhaal gaat over het leven: wat niet goed is voor het leven is niet Bijbels.
Als we de Koran, het Evangelie, het Goede Nieuws dus, bevrijden van de patriarchale context kunnen we tot de kern van ons geloof komen.
transformatie
De Keniaanse en Indonesische hoogleraren als kernsprekers van de training brachten van de start af aan de culturele gevoeligheid in het programma. De twee Nederlandse trainers: Abdulwahid van Bommel en Lieve Troch, zorgden ervoor dat die kern van het geloof ook echt helemaal eigen werd gemaakt.
Abdulwahid vroeg de vrouwen naar hun eigen geloof: Waarom God? Er ontstond een indringend gesprek en een uitspreken van alle vrouwen van hun diepste bron van geloof. Wij zijn zelf heilige teksten, zoals we hier zitten. Als je vragen krijgt over je eigen religie betekent het dat je je moet verdiepen in de Koran. Abdulwahid introduceerde de Koran als vriend, je moet durven omgaan met de Koran als met een werkboek en dat vraagt moed. Kijk niet als eerste naar de geboden. De verzen laten zien dat de eerste stappen kennis en begrip zijn. Vrijwel alle geboden tot goeddoen in de Koran kennen geen gender. Ook vrouwen worden dus tot vredesluiten aangespoord: de kernactiviteit van vredeswerk!
Het zelf lezen van de koran, zelf nadenken en zelf als vrouwen interpreteren van de Koran was een ontroerende ervaring. De werkvorm was het bevragen van een soera van de Koran waarbij de terughoudendheid werd overwonnen dat dit niet zou mogen. Met een overzicht van een eeuw tekstgeschiedenis en ontwikkeling van een koranvers dat eeuwenlang alleen maar in het nadeel van vrouwen werd geïnterpreteerd, werden de vrouwen zich bewust van hun eigen positie bij de interpretatie van sleutelwoorden.
Lieve Troch gebruikte de “Dans van bevrijding en transformatie”, een kritische wijze van bevrijdende tekstinterpretatie, door theologe Elisabeth Schüssler Fiorenza ontworpen. In stappen wordt een Bijbeltekst gelezen waar vrouwen in voorkomen: allereerst de eigen eerste ervaring met de tekst, voelt het als een bevrijdende tekst? Dan wordt de context van het verhaal geanalyseerd. Door het aanscherpen van je kritische denken krijg je oog voor het functioneren van de tekst: wiens macht wordt er bezongen, wie spreekt, wie krijgt geen naam of geen stem? Door dan opnieuw te kijken hoe de tekst bruikbaar is voor bevrijding kun je tot een nieuwe interpretatie komen, dat vrouwelijk leiderschap kan ondersteunen.
Bij nader onderzoek van de tekst van de bloedvloeiende vrouw (Marc 5: 21-43), blijkt het om een verhaal in een verhaal te gaan. De overste van de synagoge komt Jezus halen om zijn dochter te redden, vervolgens onderbreekt de vrouw zijn gang. Zij gaat tegen het gezag van de synagoge in. Zij is het beu uitgesloten te zijn en accepteert dit soort onderdrukking niet meer. Publiekelijk staat Jezus aan haar kant en roemt haar geloof.
pijn en passie
Kontakt der Kontinenten (hun logo is: “Haal de wereld binnen!”) bleek een prachtige ontmoetingsplaats voor de kleurrijke verzameling vrouwen die het Platform bij elkaar had gebracht. Zo’n veertig vrouwen, van zeer verschillende leeftijden, kleuren, geboortegronden, loyaliteiten en organisaties stortten zich op hun heilige teksten om er de bevrijdende boodschap in te kunnen vinden. Hun vredeswerk doen de vrouwen vanuit de pijn en de passie en in het verlangen om geweldssituaties te transformeren. De Bijbelse teksten, vertelde Lieve, laten eenzelfde motief zien bij de Bijbelse vrouwen: vanuit pijn en met verlangen naar een betere wereld, gebeurt het goddelijke in de verhalen. Vaak is het verhaal van vrouwen maar een paar regels in een lange context, en ook is de vrouw vaak zonder naam – de patriarchale context heeft de waarde van het verhaal niet onderkend en er is een pareltje te ontdekken.
Het wordt een jonge Congolees-Nederlandse vrouw duidelijk dat de vertaling van de zeer dynamische godsbegrippen JWHW en Elohim met “De Heer” ten onrechte een statisch en feodaal autoritair godsbeeld oplevert. Ze is ervan onder de indruk: wat een prachtige beelden van God in de Bijbel. Ze is van plan het in te brengen in haar evangelische kerk, zegt ze. Ze vraagt zich af wat de mannen, wat haar vader en broers zullen zeggen.
Ook al was er veel nieuwsgierigheid naar elkaar, de groepen Islamitische vrouwen en Christelijke vrouwen waren apart in workshops aan de slag gezet. Dat bleek een gouden greep. Door apart te werken kreeg iedere vrouw inzicht in de patriarchale elementen en bevrijdende krachten van de eigen religie. Deze ontdekking en de wetenschap dat de andere groep hetzelfde werk verrichtte, sloeg de brug – en de wandelgangen deden de rest. Tijdens de afsluitende interreligieuze viering droegen stemmen met islamitische recitatie de woorden van een christelijke tekst, en daarna droeg een lieflijk christelijk gezang de woorden van de Koran. Dat wij met onze religies elkaars bevrijding mogen dragen!